De Montage van de achternaaf is een essentieel, niet-onderhandelbaar onderdeel van de ophanging en aandrijflijn van een modern voertuig. Het dient als bevestigingspunt voor het wiel, waardoor het vrij kan draaien en tegelijkertijd is verbonden met de as of het ophangsysteem. Dit geheel is verre van een eenvoudig, statisch onderdeel, maar integreert verschillende belangrijke functies die cruciaal zijn voor veilig en efficiënt rijden.
Een typisch Montage van de achternaaf is een complexe eenheid ontworpen voor precisie en duurzaamheid. De belangrijkste componenten zijn onder meer:
Naafflens (of spindel): Dit is de naar buiten gerichte plaat met noppen waarop het wiel is vastgeschroefd. Het dicteert het boutpatroon van het voertuig.
Wiellagers: De most critical functional part. These precision-engineered ball or roller bearings allow the hub and wheel to rotate with minimal friction. They are housed within the assembly, often pre-packed with grease and sealed for life, making the entire unit a single, replaceable component in many contemporary vehicles (known as a hub bearing assembly).
Behuizing/lichaam: De main structural shell that contains and protects the bearings, and bolts directly to the vehicle's suspension (e.g., the knuckle or trailing arm).
ABS-sensor/reluctorring (in sommige uitvoeringen): Veel moderne assemblages bevatten een magnetische ring of toonwiel voor de Antiblokkeersysteem (ABS) . Een sensor meet de snelheid van deze ring en levert essentiële gegevens aan de ABS-regeleenheid.
De primary function of the Montage van de achternaaf is om het gewicht van het voertuig te ondersteunen, de rotatiewrijving te minimaliseren en de nauwkeurige uitlijning van het wiel te behouden. Het moet onder alle rijomstandigheden bestand zijn tegen aanzienlijke radiale krachten (op-en-neerbeweging) en axiale krachten (zijwaartse bochtenbelasting).
Achternaafconstructies variëren aanzienlijk, afhankelijk van het ontwerp van het voertuig en de aangedreven wielen:
Niet-aangedreven assen (bijvoorbeeld achterwielaandrijving voor of niet-AWD achter): Bij voertuigen waarbij de achterwielen niet worden aangedreven, bestaat het samenstel voornamelijk uit een as/lagereenheid die met bouten aan een ophangingsonderdeel is bevestigd.
Aangedreven assen (bijv. achterwielaandrijving, vierwielaandrijving): Wanneer het samenstel deel uitmaakt van de aangedreven as, moet het ook koppel overbrengen. Deze assemblages zijn vaak voorzien van een binnenboring met spieën als interface met de CV-as (constante snelheid). . Dit ontwerp integreert krachtoverdracht en wielrotatie in één compacte eenheid.
In de loop van de tijd zijn de ontwerpen geëvolueerd van eenvoudige 'lager-en-race'-opstellingen naar geïntegreerde, onderhoudsvrije eenheden:
Generatie 1: Afzonderlijke lagers, loopringen en naaf die tegen elkaar worden gedrukt.
Generatie 2: Een lagereenheid in patroonstijl die in de naaf of knokkel wordt gedrukt.
Generatie 3: De fully integrated Montage van de achternaaf waarbij de naaf, flens en afgedichte lagereenheid één vastgeschroefd onderdeel vormen. Dit is tegenwoordig het meest voorkomende ontwerp en wordt gewaardeerd vanwege het gemak van vervanging en de verbeterde precisie.
Een mislukking Montage van de achternaaf vertoont duidelijke symptomen die niet mogen worden genegeerd, omdat een storing de stuur- en remintegriteit in gevaar kan brengen.